De vermogenspositie wordt onderverdeeld in de volgende onderwerpen:
- Eigen vermogen
- Vreemd vermogen
- Weerstandsvermogen
Eigen vermogen
Het eigen vermogen is opgebouwd uit de algemene reserves en de bestemmingsreserves. De algemene reserves bestaan uit de concernreserve en de reserve weerstandsvermogen. De concernreserve heeft geen vastgestelde bestemming en is daarmee ook het vrij besteedbare deel van de reserves. De bestemmingsreserves hebben wel een door de raad vastgesteld doel en kunnen alleen voor dat doel worden aangewend, tenzij de bestemming van de reserve wordt gewijzigd door de raad.
In het meerjarenperspectief stijgt het eigen vermogen van € 31,9 miljoen in 2022 naar € 32,3 miljoen in 2026. In de toelichting op het meerjarenperspectief (in de financiële begroting) is een overzicht opgenomen van alle reservemutaties. In de bijlage 'Reserves en Voorzieningen' treft u een overzicht aan van alle algemene- en bestemmingsreserves.
De solvabiliteitsratio geeft de verhouding weer van het eigen vermogen als onderdeel van het totale vermogen. De solvabiliteitsratio bedraagt over 2022 35,7%. Dit betekent dat 35,7% van het gemeentebezit met eigen vermogen gefinancierd is, wat volgens VNG-normen matig is. De ratio van 30,2% in 2026 wordt nog steeds aangemerkt als matig. Hierbij dient men zich te realiseren dat de resterende 64,3% voor 29,1% bestaat uit lang aangetrokken geldleningen. De rest bestaat uit door de raad ingestelde voorzieningen voor de bekostiging van toekomstige lasten (voor bijv. onderhoud van de openbare ruimte) en uit exploitatie-gerelateerde posten zoals crediteuren en andere nog te betalen bedragen.
Tabel Solvabiliteitsratio 2022-2026 (bedragen * € 1.000)
Prognose per 31 december | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|
Eigen vermogen (A) | 31.881 | 31.267 | 31.416 | 32.581 | 32.296 |
Totaal vermogen (B) | 89.293 | 97.314 | 99.345 | 100.356 | 107.003 |
Solvabiliteitsratio (A/B) | 35,7% | 32,1% | 31,6% | 32,5% | 30,2% |
Vreemd vermogen
Het vreemd vermogen is opgebouwd uit de voorzieningen en de schulden.
Voorzieningen
De stand van de voorzieningen bedraagt per 1 januari 2023 € 13,6 miljoen en is na vier jaar tijd gedaald naar € 13,0 miljoen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen en bijlage 2.
Schulden
De schulden van de gemeente Voorschoten bestaan uit langlopende en kortlopende geldleningen. Op de langlopende geldleningen wordt jaarlijks afgelost.
Binnen de integrale financiering zal Voorschoten per 1 januari 2023 naar verwachting voor € 26,0 miljoen aan langlopende geldleningen en € 5,4 miljoen aan rekening courant aangetrokken hebben. De netto schuldquote per 1 januari 2023 is 40,9%, neemt in 2023 toe tot 54,6% en eindigt eind 2026 op 69,7%. Eind 2026 bedraagt de omvang van de lang aangetrokken financiering naar verwachting ca. € 43,5 miljoen.
Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Financiering.
In de Nota schuldenbeheersing is afgesproken de omvang van de totale schuld, dus de lange én korte schuld, niet meer te laten oplopen dan 130% netto schuldquote. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Financiering.
Weerstandsvermogen
De verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde capaciteit ten opzichte van de jaarrekening 2021 is verslechterd. Bij de jaarrekening 2021 was deze 5,9 en bij de begroting 2023 geldt een score van 3,3. De huidige omvang van de reserve Weerstandsvermogen staat op dit moment op € 4,0 miljoen en is daarmee nog te laag ten opzichte van de verwachte benodigde € 5,2 miljoen. Bij de Najaarsnota van 2022 wordt de reserve verhoogd om wel voldoende te zijn.